In 2006 kwam het boek Vier eeuwen protestantisme in het zuidoosten van de Baronie van Breda. De geschiedenis van de protestantse gemeente te Chaam c.a. (Delft 2006) uit. Het is van de hand van de historicus Bram Vroon die in de loop van vele jaren grondig onderzoek heeft gedaan naar de geschiedenis van de Ledevaertkerk en haar gemeente. Van zijn hand is het navolgende overzicht.

Geschiedenis van de gemeente

De Protestantse gemeente ontstond in het begin van de zeventiende eeuw. Een aantal bewoners van Chaam en omgeving werd rond 1610 van rooms-katholiek protestant. De aanleiding voor deze overgang is niet meer te achterhalen. Wel weten we dat de Bredase predikant Hendrick Boxhorn een belangrijke rol speelde bij het ontstaan van deze Gereformeerde gemeente. De aanduiding gereformeerd betekende in die tijd dat men behoorde tot de calvinistische stroming binnen het protestantisme. De omvang van de gemeente was nooit veel groter dan tien procent van de plaatselijke bevolking.

kerk De eerste Chaamse protestanten bouwden zelf in 1615 een houten kerkje. Ze noemden het een ‘predickhuys’. Het zal veel op een schuur hebben geleken. De grond waarop het predickhuys stond, werd geschonken door Gilis Adriaen Gilis. Dat eerste protestantse kerkje stond rechts van de voormalige hervormde pastorie. De eerste predikant was Paulus Hoen van Hoensbroek die op jeugdige leeftijd in 1618 overleed. Hij was de schoonzoon van Hendrick Boxhorn.

In 1648 kwam er een einde aan de oorlog tussen de Spaanse koning en de Republiek der Verenigde Nederlanden. Vanaf dat moment werden de bestuursregels van de Republiek ook toegepast in Staats-Brabant. Het betekende dat de openbare uitoefening van de katholieke godsdienst verboden werd en de kerkgebouwen aan de gereformeerde gemeenten werden gegeven. In alle dorpen werd de katholieke schoolmeester vervangen door een protestantse. Die veranderingen voltrokken zich ook in Chaam, wat de verhouding tussen de katholieke meerderheid en de protestantse minderheid niet te goede kwam. Overigens werd de vijandigheid over en weer getemperd doordat de scheiding katholiek en protestant dwars door de families heen liep, die elkaar nodig hadden in deze kleine agrarische gemeenschap.

Na 1700 slonk de Gereformeerde gemeente te Chaam door diverse oorzaken. Enerzijds werden er minder kinderen geboren, doordat een aantal gemeenteleden ongehuwd bleef of jong overleden. Anderzijds vertrokken gemeenteleden naar elders of huwden met een katholieke partner.

De Bataafse en Franse Tijd (1795-1813) bracht in Noord-Brabant de politieke macht weer bij de katholieken. In veel dorpen ging het kerkgebouw terug naar de katholieke parochie. Chaam was een van de plaatsen waar het kerkgebouw in handen van de protestanten bleef. Misschien moet de oorzaak daarvan gezocht worden bij de hoge ambtenaar voor kerkelijke zaken in Den Haag J. D. Janssen, wiens vader in die tijd de eerste predikant was van zowel Baarle-Nassau als Chaam.

preekstoel_02 Na de vestiging van het Koninkrijk der Nederlanden krabbelde de kleine protestantse weer op en was er door immigratie sprake van enige groei. Sinds 1816 werd de officiële naam Hervormde gemeente te Chaam. Door de opheffing van de protestantse gemeente te Gilze-Rijen en de vorming van een combinatie met de gemeente van Alphen was er nog slechts één predikant beschikbaar voor de voormalige zelfstandige gemeenten Alphen, Baarle-Nassau, Chaam en Gilze-Rijen. De predikant woonde in Chaam en preekte per vier weken tweemaal in zijn woonplaats en de beide andere zondagen respectievelijk in Alphen en Baarle-Nassau. Aan het einde van de negentiende eeuw was het aantal hervormden in Alphen en Baarle-Nassau zo geslonken dat alleen nog kerkdiensten werden gehouden in Chaam. De naam van de gemeente werd toen Hervormde gemeente te Chaam c.a. (cum annexis = de plaatsen rondom Chaam). Vanwege de uitgestrektheid van de gemeente ontving de predikant een voor die tijd goed traktement. Daardoor namen ervaren predikanten graag een beroep naar Chaam aan, waarvan enkelen de vrije tijd gebruikten om in deze kleine gemeente boeken te schrijven.

De financiële middelen voor het onderhoud van het kerkgebouw waren steeds te beperkt, terwijl de diaconie zeer ruim in het financiële jasje zat. De kerkenraad probeerde met de middelen van de diaconie de plaatselijke gemeente te ondersteunen. De pastorie werd in 1809 met geld van de diaconie gebouwd. Toen deze pastorie niet meer voldeed, bouwde de diaconie in 1876 op dezelfde plaats een nieuwe pastorie. Door aankoop van grond en boerderijen trachtte de kerkenraad de gemeente te vergroten door deze bezittingen te verpachten aan Chaamse protestanten of personen van elders aangetrokken. Doordat de pachters dikwijls ook kerkenraadslid waren, trad er belangenverstrengeling op.

In het laatste kwart van de negentiende eeuw werden de bewoners van het landgoederen Hondsdonk en Luchtenburg op hun verzoek ingedeeld bij de Hervormde gemeente te Chaam. Zij hebben tot het begin van de eenentwintigste eeuw veel betekend voor de gemeente, evenals de bewoners van het landgoed Valkenburg die al vanaf het begin van de negentiende eeuw tot deze gemeente behoorden.

In het begin van de twintigste eeuw werd een School met de Bijbel gesticht, waardoor de kinderen van de Chaamse protestanten naar een eigen school konden. Het was moeilijk een dergelijke kleine school te handhaven. Vanaf 1957 haalden de leerkrachten met schoolbusjes kinderen op van protestantse ouders uit de omliggende dorpen.

De Hervormde gemeente te Chaam c.a. was een gematigd orthodoxe gemeente, waarvan de kerkenraad gevormd werd door agrariërs uit het dorp Chaam. Vanaf het midden van de negentiende eeuw werden ook rijksambtenaren als douanepersoneel en marechaussees tot ouderling of diaken verkozen.

In de tweede helft van de twintigste eeuw is het karakter van de gemeente gewijzigd doordat personen van elders gekomen in de kerkenraad kwamen en de protestanten uit het dorp Chaam afhaakten. De nieuwkomers wonen voornamelijk in de omliggende dorpen. De typische Brabantse en voornamelijk agrarische gemeente veranderde eveneens door de grote stroom toeristen die in de zomermaanden de kerkdiensten bijwoonden. Daardoor namen de inkomsten toe en kon de gemeente financieel zelfstandig blijven.

Ondanks dat in de Hervormde gemeente te Chaam c.a. reeds enkele tientallen jaren de leden van alle protestantse kerkgenootschappen als volwaardige leden konden functioneren, werd pas in 2004 als gevolg van de landelijke kerkfusie de naam van de gemeente veranderd in Protestantse gemeente te Chaam c.a.

Vier eeuwen is deze gemeente een centrum van het protestantisme in het zuidoosten van de Baronie van Breda geweest. De verhouding tot de katholieke parochianen is nu vriendschappelijk. Er wordt o.a. samengewerkt in het pastoraat onder de campinggasten.

Geschiedenis van het kerkgebouw

kerk1928 Het kerkgebouw draagt sinds de jongste restauratie de naam Ledevaertkerk naar een zeer oude luidklok uit 1392.

De klok is na het opblazen van de kerktoren in 1944 schijnbaar ongeschonden uit het puin tevoorschijn gekomen. Het randschrift van de klok luidt:

Ledenaert is miine naeme, miin luut si gode bequame: m:ccc:xcii
(Leonard is mijn naam, moge mijn geluid God welgevallig zijn 1392)

Heel lang heeft men de naam van de luidklok als Ledevaert gelezen. Wetenschappelijk onderzoek in 2001 heeft uitgewezen dat de naam niet als Ledevaert gelezen moet worden maar als Ledenaert. Bij het maken van de gietmal is de letter n ondersteboven op de sierrand terechtgekomen. Met Ledenaert wordt Leonardus bedoeld, een heilige die in de veertiende eeuw in o.a. Brabant werd vereerd. De Protestantse gemeente heeft besloten de eenmaal gekozen naam te handhaven.

Het kerkgebouw is uiteraard veel ouder dan de huidige naam. Oorspronkelijk behoorde de inwoners van Chaam tot de parochie van Alphen. In 1423 was er een kapel en kregen de Chaamse katholieken toestemming er twee missen per week op te dragen. De kapel was gewijd aan Sint-Antonius Abt, evenals het latere kerkgebouw. Met de vervanging van de kapel door een kerk werd in 1461 begonnen. Twee jaar later werd Chaam een zelfstandige parochie. Waarschijnlijk werd het koor en het transept (ook wel dwarspand of dwarsschip genoemd) in de jaren 1460/1470 gebouwd. Het schip van de kerk kwam later gereed. De toren verrees in het eerste kwart van de zestiende eeuw.

Toen het gebouw in 1648 in handen kwam van de protestanten werd kort daarop de mooie preekstoel in de kerk geplaatst. De protestanten gebruikten alleen het koor en het transept voor hun diensten.

In 1815 werd door de gebroeders Van Hirtum, orgelmakers te Hilvarenbeek, een orgel in de kerk geplaatst, dat tachtig jaar later sterk werd gewijzigd door orgelbouwer Van Druten. Bij de jongste restauratie kreeg ook het orgel een grondige nakijkbeurt.

De mooie toren kwam in de negentiende eeuw in handen van de burgerlijke gemeente.

Zaterdag 28 oktober 1944 bliezen de terugtrekkende Duitsers de kerktorens en de molen van Chaam op. De toren viel op het schip van de kerk waardoor het transept en koor slechts lichte schade opliepen. Bij de restauratie kort na de Tweede Wereldoorlog werden alleen het koor, het transept en één travee van het schip hersteld. De middelen ontbraken om ook de toren en de rest van het schip weer op te bouwen. Nadien zijn nog twee restauraties uitgevoerd. De laatste restauratie aan het einde van de twintigste eeuw is waarschijnlijk het grondigst geweest. Tevens werden toen zeer functionele nevenruimten gerealiseerd.

Voor meer informatie over de geschiedenis van de kerk en de gemeente zie:
Bram Vroon, Vier eeuwen protestantisme in het zuidoosten van de Baronie van Breda. De geschiedenis van de protestantse gemeente te Chaam c.a. (Delft 2006).

Bram Vroon, oktober 2007.